Online kaarten of gedrukte kaarten?

Het leven begint met een geboortekaartje en sluit af met de rouwkaart. Tussen die twee momenten sturen we elkaar miljoenen wenskaarten.

Kaartjes versturen is een kwestie van grote getallen. Postbedrijf PostNL ontfermde zich vorig jaar over zo’n 85 miljoen kaarten. Concurrent Sandd, die een eigen, goedkopere postzegel introduceerde, verkocht daarvan ten minste 12 miljoen.

De postverzenders hebben het er druk mee, zeker rond de feestdagen. Om de kerstpost snel te verwerken worden extra mensen ingezet, aangevuld met tijdelijke krachten. In de decembermaand maken de chauffeurs extra ritten langs postkantoren en pakketpunten. In die maand worden de 16.000 brievenbussen in ons land ook op zondagen geleegd. Rond de feestdagen werden er in het afgelopen jaar zelfs tijdelijk 1700 extra kartonnen brievenbussen geplaatst in de postkantoren. Met name zakelijke kerstkaarten worden steeds vaker online besteld. De online drukkers melden een flinke groei, tot soms wel 50 procent.

14_06_dp_wenskaarten

Een winkel kan een serieuze omzet behalen met de verkoop van wenskaarten, zo blijkt uit onderzoek van de tabaks- en gemakswinkels. In 2016 bedroeg de gemiddelde omzet van wenskaarten per winkel €40.475.

Per saldo worden er minder kaartjes verstuurd en dat heeft natuurlijk te maken met de opkomst van het gebruik van online communicatiemiddelen. Maar die opkomst heeft twee gezichten. De drempel om een boodschap of felicitatie via social media te versturen is bijzonder laag. Tegelijkertijd vindt men het belangrijk dat een bericht persoonlijk en oprecht is. Nederlanders communiceren steeds vaker online, maar zelf worden ze liever via offline communicatiemiddelen benaderd. Het liefst ontvangen Nederlanders een handgeschreven kaart, en dan gaat de voorkeur uit naar een verjaardagskaart.

Nibud: ‘Belangrijke informatie altijd via de post’

Het Nibud vindt dat bedrijven en organisaties belangrijke informatie altijd zonder kosten per post moeten opsturen. En dat moet ook eenvoudig te regelen zijn.

 

Zeker veertig procent van de Nederlanders worstelt met de financiële administratie. Ze hebben geen overzicht omdat rekeningen op verschillende manieren binnenkomen, bijvoorbeeld per post en per e-mail. Deze groep heeft ook vaker betalingsachterstanden en staat vaker rood. Dat blijkt uit onderzoek van het Nibud.

Daarnaast raken mensen het overzicht kwijt omdat ze steeds meer abonnementen hebben. “Denk aan automatische incasso’s van Netflix, maaltijdboxen en internetabonnementen”, zegt Gabriëlla Bettonville van het Nibud tegen de NOS.

“Mensen vergeten wat ze allemaal betalen en kunnen daardoor ook in de problemen komen. We noemen dat onzichtbare incasso’s. 44 procent van de Nederlanders heeft daar last van.”

Volgens het Nibud wordt er tegenwoordig veel meer verwacht van de consument of burger. “Vroeger vielen alle rekeningen, oproepen enzovoort op de mat”, zegt Bettonville. “Nu moet je voor belangrijke informatie bijvoorbeeld zelf inloggen op mijnoverheid.nl of op websites van bedrijven. Dat vergeten mensen.”

Het Nibud vindt dat bedrijven en organisaties belangrijke informatie altijd zonder kosten per post moeten opsturen. En dat moet ook eenvoudig te regelen zijn. Om mensen te helpen hun administratie te ordenen, biedt het Nibud gratis e-mailcoaching aan.

Een van de oudste marketingvormen, de catalogus, is springlevend

Een van de oudste marketingvormen, de catalogus, is springlevend en een populair medium voor het verspreiden van commerciële informatie.

Veel consumentenaankopen worden gedaan met een papieren catalogus in de hand. In het proces van aandacht verkrijgen, interesse wekken en besluitvorming van de klant is de catalogus een sterk medium.

Catalogi bieden merken de kans zich overzichtelijk, snel, handzaam en als geheel te profileren. Een catalogus is een praktische toegang tot de wereld van een merk. Catalogi bieden kant en klare informatie in de gewenste look and feel. Prijs, uiterlijk, kleur, maat, kwaliteit en prestaties kunnen bondig en overzichtelijk worden gecommuniceerd: de merkbeleving gebundeld in handzaam formaat.

Waar de lezer op internet vaak doelgericht zoekt, is de kans op verassing van de lezer – en daarmee een impulsaankoop – in een catalogus groot. Catalogi nemen de klant mee in de wereld van het merk. Terwijl de klant de tijd neemt om de catalogus te lezen kunnen content en


merkwaarden diepgaander worden gecommuniceerd.
Het aanbieden van een catalogus waarin een merk zich in de volle breedte kan profileren, vergroot de loyaliteit van en binding met de klant. Catalogi lenen zich bij uitstek voor een rol in een mediamix. Catalogi werken prima samen met online- of tele-bestelservices van retail-organisaties. Voor veel merken is de catalogus het belangrijkste marketingmiddel. Met name richting bekende en bestaande klanten is de catalogus een effectief middel.

Online adverteren of toch maar ‘ouderwets’ op papier?

 Reclamefolders blijven onverminderd populair onder consumenten. Met een bereik van 13 miljoen Nederlanders (95%) is de folder het belangrijkste medium voor hulp bij aankoopbeslissingen.

Uit de NOM Folder Monitor 2017 blijkt dat het aantal digitale folderlezers stijgt; 7% (+2%)  leest alleen digitale folders en 34% (+3%)  zowel papier als digitaal. Deze stijging gaat echter nauwelijks ten koste van de papieren folder. Nog steeds leest 55% van de Nederlanders alleen een papieren folder.

Gemiddeld besteden folderlezers 17 minuten per week aan het lezen van papieren folders en 13 minuten aan het lezen van digitale folders. Het onderzoek toont ook een opmerkelijk verschil: de papieren folder wordt in hoge mate ter ontspanning gelezen: “folders zijn leuk”; terwijl de digitale folder meer gebruikt wordt om producten te vergelijken en informatie over producten op te zoeken. De beide foldertypen hebben een andere functie en versterken elkaar hiermee.

Belangrijk medium

De onderzoeksresultaten laten zien dat met 41% de folder het belangrijkste medium is voor hulp bij aankoopbeslissingen. Bij 43% van de huishoudens bepalen folders het boodschappenlijstje, de helft van alle folderlezers koopt regelmatig een product uit een folder. De fysieke en digitale folder is daarmee een krachtig (communicatie)middel dat aanzet tot actie.

Landelijk gezien heeft 21% van de Nederlandse bevolking een brievenbussticker waarmee ze aangeven thuis geen folders te willen ontvangen. “Vrijwel heel Nederland leest folders”, concludeert de NOM Folder Monitor 2017. “En dat niet alleen: meer dan 81% komt in actie na het lezen van een folder. Een folder wérkt. Zowel digitaal als papier. Supermarkten, warenhuizen en andere retailers plukken daar al jaren de vruchten van.”

SCP-studie: ‘Scherm vervangt papier niet bij het lezen’

In de afgelopen decennia zijn Nederlanders minder gaan lezen in hun vrije tijd. Die dalende leestijd staat in schril contrast met de positieve persoonlijke en maatschappelijke opbrengsten die blijkens veel onderzoek aan lezen kunnen worden toegeschreven. De teruggang in het lezen wordt dan ook als een zorgelijke ontwikkeling gezien.

Dat schrijft het Sociaal en Cultureel Planbureau in de uitgebreide studie ‘Lees: Tijd’. Eén van de opmerkelijke conclusies uit dit uitgebreide rapport: ‘Het scherm is geen vervanging van, maar aanvulling op papier’.

“Het leesaanbod is in het afgelopen decennium veranderd; naast de van oorsprong gedrukte tekstmedia (boeken, tijdschriften, kranten), die inmiddels zowel op papier als van scherm verkrijgbaar zijn, zijn er veel digitale en online tekstmedia bijgekomen. Welke positie hebben deze nieuwe tekstmedia in het lezen?

Van de gemiddeld 50 minuten die Nederlanders op een dag in 2015 lezen, gaat het grootste deel naar het lezen van kranten (16 minuten), gevolgd door boeken (12 minuten). Tijdschriften volgen op grote afstand (5 minuten) en worden in tijdsbesteding voorgegaan door het lezen van informatie via internet (7 minuten) en de nieuwssites/-apps (6 minuten). De overige tijd gaat naar huis-aan-huisbladen (1 minuut), overige (2 minuten) en teletekst (1 minuut).

Met alle schermen die tegenwoordig tot onze beschikking staan, is het niet meer vanzelfsprekend dat er van papier wordt gelezen. Toch besteden Nederlanders van de 50 minuten die zij gemiddeld op een dag in 2015 lezen het grootste deel aan papier (31 minuten). Wel is de leestijd van papier iets teruggelopen: in 2013 bedroeg deze nog 36 minuten.

Papier domineert nog het meest bij het lezen van tijdschriften, gevolgd door kranten en boeken. Het schermlezen omvat voor het grootste deel nog de media zonder papieren pendant (teletekst, nieuwssites/-apps, informatie via internet).

Detail omslag LeesTijd

De meest gebruikte apparaten bij het schermlezen zijn achtereenvolgens de computer (pc en laptop), tablet en smartphone. Wie zijn de papierlezers en wie hebben het schermlezen omarmd? De totale groep lezers (83% van de Nederlanders leest in een week in 2015) is verdeeld over een deel dat alleen van papier leest (30%), een groot deel dat het lezen van papier combineert met het lezen van een scherm (49%) en een deel dat alleen van schermen leest (21%).

Het aandeel lezers dat zowel papier als scherm gebruikt, is gelijk voor mannen en vrouwen (49%). Meer vrouwelijke lezers lezen alleen van papier (35%) dan alleen van een scherm (16%), terwijl van de mannelijke lezers een kwart alleen van papier leest en een kwart alleen van schermen.

Van de lezers van 65 jaar en ouder leest een groot deel (55%) alleen van papier, tegenover 16% van de jongvolwassen lezers (20-34 jaar). Van de laatste groep leest juist een relatief groot deel (40%) alleen van schermen, net als van de tieners (36%). De 35-64-jarige lezers combineren relatief vaak het lezen van papier met het lezen van schermen.

Hoe hoger het opleidingsniveau is, hoe minder er alleen van papier wordt gelezen en hoe meer het lezen van papier gecombineerd wordt met schermlezen.”

Kijk ook op Lees: Tijd van Annemarie Wennekers, Jos de Haan en Frank.Huysmans: WIe leest wat en hoe?

Downloadt het rapport hier.